Monitoring

Inleiding

De Rimote monitoring module is ontwikkeld met als doel data overzichtelijk te maken in de cloud.

De Monitoring module is zichtbaar in het linker menu indien er een monitorings abonnement is afgesloten.

Tag configuratie

Tag configuratie is zichtbaar in het menu.

Hier staan alle tags die zijn geconfigureerd. Handmatig kunnen tags worden geconfigureerd of geimporteerd.

In dit overzicht ziet u hoeveel datapunten u beschikbaar heeft. Een datapunt representeerd hoeveel waardes u per dag kunt opslaan. Afhankelijk van uw abbonement heeft u een aantal datapunten beschikbaar.

Tags aanmaken

Tags aanmaken kan met behulp van de de knop Toevoegen.

Onderstaande velden dienen te worden ingevuld:

• Connector Een systeem kan meerdere connectoren hebben. Als er maar één connector onder het systeem hangt, is deze automatisch voor u geselecteerd.
• Sectie De PLC referentie die in de dataconnector configuratie is geconfigureerd.
• Objectnaam De objectnaam van het object in de PLC.
• Variabele De variable naam van het object in de PLC.
• Omschrijving De omschrijving van de variabele.
• Datatype Het datatype van de variable.
• Interval (0 datapunten per dag) Trend interval per second. Voer b.v. voor één minuut wilt 60 in.
• Eenheid De eenheid van de waardes.
• Actief Schakel het verzamelen van data in.
• CollectMode De manier waarop waardes verzameled worden, dit kan zowel interval als event gebasseerd.

Onderaan de pagina kunt u zien hoeveel datapunten er nog beschikbaar zijn in het systeem.

Tags importeren

Tags kunnen eenvoudig door middel van een csv bestand worden geimporteerd. Dit is vooral voor het aanmaken van grotere hoeveelheden van meerwaarde.

De naam van het bestand dient de volgnde structuur te hebben:

SysteemNaam_Section[PLC].csv

"Section[PLC]" is voordefineerd. Tussen de blokhaken moet PLC sectie staan, deze wordt tijdens de import gebruikt.

Het scheidingsteken in het csv bestand is een ; (puntcomma).

Het bestand kent de volgende kolommen:

• ObjectName De objectnaam van het object in de PLC.
• Variable De variable naam van het object in de PLC.
• DataType Het datatype van de variable.
• UnitType De eenheid van de waardes.
• Description De omschrijving van de variabele.
• DefaultRimoteInterval De interval per second. Als u één minuut wilt trenden, vult u 60 in. Als u niets wilt trenden vult u 0 in. Hierdoor wordt de tag niet op actief gezet. Als u hem op 1 zet, wordt de tag iedere seconde getrend. In het geval dat de CollectMode ingesteld is op event, dan moet deze waarde op 1 worden gezet.
• Status 0 is actief en 1 is obsolete. Een obsolete tag wordt op inactief gezet indien actief in Rimote, of anders verwijderd uit de Rimote configuratie
• CollectMode event of interval. De manier waarop waardes verzameled worden, dit kan zowel interval als event gebasseerd.

Hieronder ziet u de header hoe het csv bestand moet beginnen.

ObjectName;Variable;DataType;UnitType;Description;DefaultRimoteInterval;Status;CollectMode

Als u op de op de knop Importeren klikt verschijnt het volgende venster in de browser.

Als u op Kies bestanden... klikt, kunt u één of meerdere csv bestanden tegelijkertijd uploaden. Dit kan, wanneer er meerdere PLC's onder uw systeem beschikbaar zijn in één keer gebeuren.

Als u, uw bestanden heeft geselecteerd, krijgt u een overzicht met hoe groot het bestand is en welke bestanden u allemaal in één keer wilt importeren.

Dashboard

Onder Dashboard worden alle grafieken getoond die geconfigureerd zijn.

Grafieken

Als u naar Grafieken gaat kunt u nieuwe grafieken toevoegen en bestaande aanpassen.

Hier ziet u in dit voorbeeld drie grafieken geconfigureerd. Als u een nieuwe grafiek wilt toevoegen, klikt u op de knop Toevoegen.

Hier ziet u veel velden die u kunt invullen en selecteren.

• Naam De naam van de grafiek.
• Grafiektype Het type van de grafiek waar de waardes in moeten worden weergegeven.
• Lijn interpolatie Hoe de lijn gegroepeerd moet worden.
• Combineer tags Of alle waardes met de tags samengevoegd moeten worden.
• Deel y-as Of de y-as gedeeld moet worden over alle waardes of elke tag zijn eigen y-as heeft.
• Toon basis lijn Of de basis lijn zichtbaar moet zijn.
• Tag De tag wiens waardes zichtbaar moeten zijn.
• Lijndikte (px) De dikte van de lijn om het visueel weer te geven.
• Decimalen Op hoeveel decimalen achter de komma er moet worden afgerond.
• Kleur De kleur van de lijn.
• Min waarde Minimale waarde.
• Max waarde Maximale waarde.
• Toon y-as rechts De Y as met de legenda aan de rechterkant.
• Auto als bereik Het bereik wordt automatisch bepaald tussen de minimale en maximale waardes die in de database zitten.