Procescomponenten
Een procescomponent is onderdeel van het systeem wat vaker terug komt met bepaalde kenmerkende
eigenschappen en bestaat uit meerdere functies. Het visuele gedeelte wordt getoond op de proces pagina's en geeft snel inzicht in de status van het component doormiddel van de actuele achtergrond kleur.
Component types
Omschrijving |
Types |
Motor |
|
Digitaal klep |
|
Analoog klep |
|
Digitaal ingang |
|
Digitaal uitgang |
|
Analoog ingang |
|
Weegcel |
|
PID regelaar |
|
Alarm |
|
S88 commando |
|
Component status
Elk component kan een bepaalde kleur aannemen die correspondeert met actuele status. In onderstaande figuur zijn alle verschillende kleuren weergegeven voor een motor component met daaronder de beschrijving. De mogelijke statussen verschillen per component waardoor sommige kleuren bij bepaalde componenten niet beschikbaar zijn.
- Grijs: Stand-by modus, het component wordt niet aangestuurd
- Geel: Simulatie modus
- Groen: Aansturing actief (handbediening of automatisch) of signaal komt binnen
- Blauw: Het component heeft een interlock en kan daarom niet gestart worden
- Paars: Het component staat in onderhoud
- Rood: Er is een alarm actief
Component richting
Componenten kunnen met een bepaalde richting op het scherm getoond worden. Voor een motor zien deze als volgt uit.
Component varianten
Een component kan meerdere varianten hebben. Voor een motor component zijn onderstaande varianten van toepassing.
Variant |
Icoon |
Motor |
|
Mixer |
|
Shredder |
|
Pomp |
|
Blower 1 |
|
Blower 2 |
|
Blower 3 |
|
Component details
Elk component heeft een detail pop-up met meerdere tabbladen voor configuratie en instellingen dat doormiddel van een klik op het component geopend kan worden. Een motor component ziet er als volgt uit.
Omschrijving |
|
Statussen met daarin meerdere onderdelen voor: ingangen, status, uitgangen, algemene instellingen en alarmen. Per component en object kunnen verschillende onderdelen wel of niet getoond worden. |
|
Configuratie voor alarmen en notificaties. Welke alarmen dit zijn of waar deze op reageren verschilt per component en object. |
|
Instellingen waarin bepaalde eigenschappen van het component getoond en aangepast kunnen worden. |
|
Knoppen
Elk component heeft een aantal knoppen beschikbaar maar verschilt ook per component. Hieronder worden alle knoppen beschreven die aanwezig zijn.
Inactief |
Actief |
Beschrijving |
|
|
Zet het component in handbediening |
|
|
Zet het component in automatische bediening |
|
|
Start linksom (alleen beschikbaar in handbediening) |
|
|
Stop (alleen beschikbaar in handbediening) |
|
|
Start rechtsom (alleen beschikbaar in handbediening) |
|
|
Openen (alleen beschikbaar in handbediening) |
|
|
Sluiten (alleen beschikbaar in handbediening) |
|
|
Reset alarmen. Door deze knop te gebruiken worden de opgeloste alarmen gereset |
|
|
Zet het component in simulatie modus. Wordt gebruikt voor test doeleinden door de ontwikkelaar en is niet beschikbaar voor de eindgebruiker |
|
|
Inverteren |
|
|
Tareren |
|
|
Zet onderhoud aan. Wanneer een component in onderhoud staat zullen een aantal instellingen niet mogelijk zijn. |
Componenten
Omdat componenten meerdere varianten kunnen hebben en hardwarematig verschillen is het mogelijk dat bij desbetreffende componenten bepaalde eigenschappen, alarmen en instellingen wel of niet aanwezig zijn. In onderstaande hoofdstukken zullen altijd alle eigenschappen, alarmen en instellingen beschreven worden per component.
Motor component
Symbool
Voor het visualiseren en bedienen van motoren in de installatie worden de volgende symbolen gebruikt:
Elk motor symbool bevat 3 velden met statussen welke als volgt zijn ingedeeld:
- Links
- M: Handmatige bediening
- A: Automatische bediening
- Middelste
- L: Motor is linksom gestart
- R: Motor is rechtsom gestart
- Rechts
- IL: Interlock op linksom starten
- IR: Interlock op rechtsom starten
- Err: Error
- M: Onderhoud
Als er nog extra opties beschikbaar zijn voor de motor (actuele stroom of snelheid) dan worden
deze boven de status weergegeven.
Status
Ingang |
Omschrijving |
Interlock links |
Motor is beveiligd om linksom te starten |
Interlock rechts |
Motor is beveiligd om rechtsom te starten |
Noodstop |
Als de noodstop niet actief is kan de motor niet gestart worden |
Motorbeveiliging |
Beveiliging van de motor |
MBS beveiliging |
Motor Beveiliging Schakelaar |
Terugkoppeling links |
Terugmelding bij linksom gestart |
Terugkoppeling rechts |
Terugmelding bij rechtsom gestart |
Eindschakelaar links |
Eindschakelaar linksom starten |
Eindschakelaar rechts |
Eindschakelaar rechtsom starten |
Werkschakelaar |
Werkschakelaar van de motor |
Hardware online |
De hardware die de motor aanstuurt is online |
Uitgang |
Omschrijving |
Start linksom |
Om de motor linksom te starten |
Start rechtsom |
Om de motor rechtsom te starten |
Instelling |
Omschrijving |
Actuele stroom |
Stroom die naar de motor gestuurd wordt |
Actuele snelheid |
Snelheid van de motor |
Actuele koppel |
Koppel wat de motor levert |
Actuele temperatuur |
Temperatuur van de drive |
Alarmen
Alarm |
Omschrijving |
Noodstop alarm |
Actief als de noodstop actief is geworden |
Motor temperatuur bewaking |
Actief als de motor temperatuur bewaking weg is gevallen |
MBS beveiliging |
Actief als de motorbeveiliging schakelaar is weggevallen |
Terugmelding linksom |
actief als terugmelding links niet opkomt binnen ingestelde tijd |
Terugmelding rechtsom |
actief als terugmelding links niet opkomt binnen ingestelde tijd |
Eindschakelaar linksom |
De eindschakelaar voor de beweging linksom is bereikt |
Eindschakelaar rechtsom |
De eindschakelaar voor de beweging rechtsom is bereikt |
Looptijd linksom |
Indien de motor langer loopt dan de ingestelde maximale looptijd, dan wordt de motor afgeschakeld en dit alarm actief |
Looptijd rechtsom |
indien de motor langer loopt dan de ingestelde maximale looptijd, dan wordt de motor afgeschakeld en dit alarm actief |
Werkschakelaar fout |
actief als werkschakelaar is uitgeschakeld. |
Drive trip |
geeft een alarm als de frequentie regelaar in storing staat |
Drive communicatie fout |
actief zodra er een communicatie fout optreedt met de regelaar |
Instellingen
Instelling |
Omschrijving |
Max. terugkoppeling linksom |
Maximale tijd na het starten van de motor totdat de terugmelding linksom binnen moet komen |
Max. terugkoppeling rechtsom |
Maximale tijd na het starten van de motor totdat de terugmelding rechtsom binnen moet komen |
Decimalen |
De hoeveelheid decimalen getoond moeten worden |
Max. looptijd linksom |
Maximale tijd dat de motor aangestuurd mag worden |
Max. looptijd rechtsom |
Maximale tijd dat de motor aangestuurd mag worden |
Draaitijd |
Aantal uur dat de motor aangestuurd is |
Maximum setpoint |
Maximale setpoint voor de drive |
Minimum setpoint |
Minimale setpoint voor de drive |
Setpoint unit |
Unit waarmee de drive rekent |
Acceleratietijd |
Acceleratietijd voor de drive |
Deceleratietijd |
Deceleratietijd voor de drive |
Digitaal klep component
Symbool
Elk klep symbool bevat 3 velden met statussen welke als volgt zijn ingedeeld:
-
Links
- M: Handmatige bediening
- A: Automatische bediening
-
Middelste
- O: De klep is geopend
- C: De klep is gesloten
-
Rechts
- IO: Interlock op openen
- IC: Interlock op sluiten
- Err: Error
- M: Onderhoud
Status
Ingang |
Omschrijving |
Interlock sluiten |
Een interlock waardoor de klep niet gesloten kan worden |
Interlock openen |
Een interlock waardoor de klep niet geopend kan worden |
Noodstop |
Noodstop situatie |
Luchtdruk aanwezig |
De luchtdruk is aanwezig bij de klep |
Voeding spanning aanwezig |
De voedingsspaning is aanwezig bij de klep |
Eindschakelaar sluiten |
Wordt groen wanneer de eindschakelaar detecteert dat de klep gesloten wordt |
Eindschakelaar openen |
Wordt groen wanneer de eindschakelaar detecteert dat de klep geopend wordt |
Werkschakelaar |
Werkschakelaar van de klep |
Hardware online |
Hardware die de klep aanstuurt online |
Uitgang |
Omschrijving |
Sluiten |
Wordt actief op het moment dat de klep gesloten wordt |
Openen |
Wordt actief op het moment dat de klep geopend wordt |
Alarmen
Alarm |
Omschrijving |
Noodstop |
Als er een noodstop situatie zich voordoet word dit alarm gegenereerd |
Luchtdruk |
Als de luchtdruk voor de klep niet aanwezig is wordt dit alarm gegenereerd |
Voeding spanning |
Dit alarm wordt actief als de voeding spanning van de klep niet aanwezig is |
Looptijd sluiten |
Dit alarm wordt gegeven wanneer er geen terugmelding ontvangen is binnen de ingestelde tijd als de klep wordt gesloten |
Looptijd openen |
Dit alarm wordt gegeven wanneer er geen terugmelding ontvangen is binnen de ingestelde tijd als de klep wordt geopend |
Werkschakelaar |
Dit alarm wordt gegeven als de werkschakelaar wordt uitgeschakeld |
Eindschakelaar foutmelding |
Dit alarm wordt gegeven als de eindschakelaar een foutmelding geeft |
Instellingen
Instelling |
Omschrijving |
Bewegingsteller |
Het aantal bewegingen die de klep gemaakt heeft (openen en sluiten) |
Looptijd sluiten |
De tijd die de klep erover mag doen om te sluiten |
Looptijd openen |
De tijd die de klep erover mag doen om te openen |
Analoog klep component
Symbool
Elk analoge klep bevat 2 velden met statussen welke als volgt zijn ingedeeld:
-
Links
- M: Handmatige bediening
- A: Automatische bediening
-
Rechts
- IO: Interlock op openen
- IC: Interlock op sluiten
- Err: Error
- M: Onderhoud
Status
Ingang |
Omschrijving |
Interlock sluiten |
Een interlock waardoor de klep niet gesloten kan worden |
Interlock openen |
Een interlock waardoor de klep niet geopend kan worden |
Noodstop |
Noodstop situatie |
Druk |
De luchtdruk is aanwezig bij de klep |
Vermogen |
De voedingsspanning is aanwezig bij de klep |
Eindschakelaar openen |
Wordt groen wanneer de eindschakelaar detecteert dat de klep geopend wordt |
Werkschakelaar |
Werkschakelaar van de klep |
Positie uitgang |
|
Positie terugkoppeling |
|
Extern setpoint |
Extern setpoint wat de klep aanstuurt |
Hardware online |
Hardware die de klep aanstuurt is online |
Uitgang |
Omschrijving |
Sluiten |
Wordt actief op het moment dat de klep gesloten wordt |
Openen |
Wordt actief op het moment dat de klep geopend wordt |
Uitgang percentage |
|
Terugkoppeling percentage |
|
Alarmen
Alarm |
Omschrijving |
Handmatig setpoint |
Als er een noodstop situatie zich voordoet word dit alarm gegenereerd |
Automatisch setpoint |
Als de luchtdruk voor de klep niet aanwezig is wordt dit alarm gegenereerd |
Instellingen
Instelling |
Omschrijving |
Looptijd sluiten |
De tijd die de klep erover mag doen om te sluiten |
Looptijd openen |
De tijd die de klep erover mag doen om te openen |
Minimale uitgang |
Minimale output waarde (hardware afhankelijk) |
Maximale uitgang |
Maximale output waarde (hardware afhankelijk) |
Minimale terugkoppeling |
Minimum feedback waarde (hardware afhankelijk) |
Maximum terugkoppeling |
Maximale feedback waarde (hardware afhankelijk) |
Dodeband |
Het verschil (in %) dat het output percentage (setpoint) en het feedback percentage (daadwerkelijke waarde) mogen hebben |
Decimalen |
Aantal decimalen welke getoond moeten worden |
Symbool
Voor het visualiseren en bedienen van een digitaal input in de installatie wordt het volgende symbool gebruikt:
Status
Ingang |
Omschrijving |
Ingangswaarde |
De ingangswaarde is actief |
Status |
Omschrijving |
Ingang laag |
De ingang is laag |
Ingang hoog |
De ingang is hoog |
Alarmen
Alarm |
Omschrijving |
Hardware online |
De hardware die het signaal aanlevert is online |
Instellingen
Instelling |
Omschrijving |
Opkomvertraging |
Deze tijd wordt gehanteerd na het hoog worden van het signaal voordat er een alarm wordt gegenereerd |
Afvalvertraging |
Deze tijd wordt gehanteerd na het laag worden van het signaal voordat er een alarm wordt gegenereerd |
Digital output component
Symbool
Voor het visualiseren en bedienen van een digitaal output in de installatie wordt het volgende
symbool gebruikt:
Dit symbool kan nog een letter bevatten die betrekking heeft op het type.
Status
Output |
Omschrijving |
Uitgang waarde |
Geeft aan of de waarde die uit gestuurd moet worden hoog of laag is |
Het analoge input component wordt in de installatie gebruikt om analoge ingangssignalen te visualiseren en
te beheren. Dit kan voor een breed scala aan toepassingen worden ingezet.
Symbool
Voor het visualiseren en bedienen van een analoog input component in de installatie wordt het volgende
symbool gebruikt:
De letters in het symbool kunnen per meting verschillen om aan te geven welk type symbool het betreft.
Status
Status |
Omschrijving |
HHH setpoint |
De verschaalde waarde is hoger dan het HHH setpoint |
HH setpoint |
De verschaalde waarde is hoger dan het HH setpoint |
H setpoint |
De verschaalde waarde is hoger dan het H setpoint |
L setpoint |
De verschaalde waarde is lager dan het L setpoint |
LL setpoint |
De verschaalde waarde is lager dan het LL setpoint |
LLL setpoint |
De verschaalde waarde is lager dan het LLL setpoint |
Hardware online |
De hardware die de waarde aanlevert is online |
Ingang |
Omschrijving |
Ruwe waarde |
De ruwe waarde die de hardware aanlevert |
Uitgang |
Omschrijving |
Verschaalde waarde |
De verschaalde waarde van de sensor |
Alarmen
Alarm |
Omschrijving |
Hardware fout |
De hardware die het signaal aanlevert heeft een fout |
HHH niveau |
Wanneer de verschaalde waarde hoger is dan het HHH setpoint |
HH niveau |
Wanneer de verschaalde waarde hoger is dan het HH setpoint |
H niveau |
Wanneer de verschaalde waarde hoger is dan het H setpoint |
L niveau |
Wanneer de verschaalde waarde lager is dan het L setpoint |
LL niveau |
Wanneer de verschaalde waarde lager is dan het L setpoint |
LLL niveau |
Wanneer de verschaalde waarde lager is dan het LLL setpoint |
Verschaal fout |
De verschaal instellingen staan niet goed waardoor een fout optreedt |
Instellingen
Instelling |
Omschrijving |
HHH setpoint |
Als de verschaalde waarde boven deze waarde is wordt een HHH alarm gegenereerd |
HH setpoint |
Als de verschaalde waarde boven deze waarde is wordt een HH alarm gegenereerd |
H setpoint |
Als de verschaalde waarde boven deze waarde is wordt een H alarm gegenereerd |
L setpoint |
Als de verschaalde waarde onder deze waarde is wordt een L alarm gegenereerd |
LL setpoint |
Als de verschaalde waarde onder deze waarde is wordt een LL alarm gegenereerd |
LLL setpoint |
Als de verschaalde waarde onder deze waarde is wordt een LLL alarm gegenereerd |
Waarschuwing dodeband |
Als de waarde een alarm genereert moet het verschaalde signaal eerst onder de instelling plus deze waarde zakken om het alarm af te laten vallen |
Verschaalde waarde hoog |
De minimaal verschaalde waarde van het signaal |
Verschaalde waarde laag |
De maximaal verschaalde waarde van het signaal |
Decimalen |
Aantal decimalen dat getoond moet worden |
Weegcel component
Symbool
Voor het visualiseren en bedienen van een weegcel component in de installatie wordt het volgende symbool
gebruikt:
De letters in het symbool kunnen per meting verschillen om aan te geven welk type symbool het betreft.
Status
Status |
Omschrijving |
HHH setpoint |
De verschaalde waarde is hoger dan het HHH setpoint |
HH setpoint |
De verschaalde waarde is hoger dan het HH setpoint |
H setpoint |
De verschaalde waarde is hoger dan het H setpoint |
L setpoint |
De verschaalde waarde is lager dan het L setpoint |
LL setpoint |
De verschaalde waarde is lager dan het LL setpoint |
LLL setpoint |
De verschaalde waarde is lager dan het LLL setpoint |
Hardware online |
De hardware die de waarde aanlevert is online |
Ingang |
Omschrijving |
Ruwe waarde |
De ruwe waarde die de hardware aanlevert |
Uitgang |
Omschrijving |
Verschaalde waarde |
De verschaalde waarde van de sensor |
Alarmen
Alarm |
Omschrijving |
HHH niveau |
Wanneer de verschaalde waarde hoger is dan het HHH setpoint |
HH niveau |
Wanneer de verschaalde waarde hoger is dan het HH setpoint |
H niveau |
Wanneer de verschaalde waarde hoger is dan het H setpoint |
L niveau |
Wanneer de verschaalde waarde lager is dan het L setpoint |
LL niveau |
Wanneer de verschaalde waarde lager is dan het L setpoint |
LLL niveau |
Wanneer de verschaalde waarde lager is dan het LLL setpoint |
Verschaal fout |
De verschaal instellingen staan niet goed waardoor een fout optreedt |
Instellingen
Instellingen |
Omschrijving |
HHH setpoint |
Als de verschaalde waarde boven deze waarde is wordt een HHH alarm gegenereerd |
HH setpoint |
Als de verschaalde waarde boven deze waarde is wordt een HH alarm gegenereerd |
H setpoint |
Als de verschaalde waarde boven deze waarde is wordt een H alarm gegenereerd |
L setpoint |
Als de verschaalde waarde onder deze waarde is wordt een L alarm gegenereerd |
LL setpoint |
Als de verschaalde waarde onder deze waarde is wordt een LL alarm gegenereerd |
LLL setpoint |
Als de verschaalde waarde onder deze waarde is wordt een LLL alarm gegenereerd |
Waarschuwing dodeband |
Als de waarde een alarm genereert moet het verschaalde signaal eerst onder de instelling plus deze waarde zakken om het alarm af te laten vallen |
Verschaalde waarde hoog |
De minimaal verschaalde waarde van het signaal |
Verschaalde waarde laag |
De maximaal verschaalde waarde van het signaal |
Decimalen |
Aantal decimalen dat getoond moet worden |
PID regelaar component
Symbool
Voor het visualiseren en bedienen van een PID component in de installatie wordt het volgende symbool
gebruikt:
De waarde linksboven is het setpoint waarop de regelaar ingesteld wordt, links onder is de
feedbackwaarde en de waarde rechts is de output.
Status
Ingang |
Omschrijving |
Verschaling actief |
De verschaling die ingesteld kan worden is actief |
Uitgang |
Omschrijving |
Uitgang |
Optelling van Uit P, Uit I en Uit D |
Uit P |
Proportioneel uitgang van de regelaar |
Uit I |
Integrerende uitgang van de regelaar |
Uit D |
Differentiërende uitgang van de regelaar |
Instelling |
Omschrijving |
Setpoint handbedrijf |
Setpoint voor de regelaar in handbedrijf |
Setpoint automaatbedrijf |
Setpoint voor de regelaar in automaat bedrijf |
Instellingen
Instellingen |
Omschrijving |
P factor |
Proportionele actie |
I factor |
Integrale factor |
D factor |
Differentiële factor |
Sample tijd |
Sample tijd waar in de P, I en D acties worden berekend |
Minimum setpoint |
De minimale waarde van het setpoint |
Maximum setpoint |
De maximale waarde van het setpoint |
Minimum uitgang |
De minimale waarde van de uitgang |
Maximum uitgang |
De maximale waarde van de uitgang |
Alarm component
Een alarm component wordt gebruikt om alarmen van een element weer te geven en te configureren.
Symbool
Voor het visualiseren en bedienen van een alarm component in de installatie wordt het volgende symbool
gebruikt:
Als er een alarm optreedt in het component, dan veranderd de kleur rood. Is er geen alarm aanwezig dan is het
icoon groen.
Pop-up
Per component kan het aantal alarmen en beschrijving van de alarmen verschillen. Per alarm is het mogelijk
om een waarschuwing, alarm of sms te generen.
S88 commando component
Een S88 component wordt gebruikt om een element te beheren met behulp commando`s volgens de S88 standaard.
Symbool
Voor het visualiseren van een s88 component wordt het volgende symbool gebruikt:
Het S88 component is opgebouwd met een status en een aantal knoppen zoals hieronder te zien. Per element kunnen deze knoppen
ook variëren. Zo is het ook mogelijk om een element te hebben met alleen een reset, start en stop knop.
In bovenstaande figuur is de volledige versie te zien. In onderstaande figuur is de gehele afloop te zien.
Waardes in de pijlen zijn de commando’s, de blokken vertegenwoordigen de status waarin een element op dat moment zich bevind.
Bepaalde opties zijn soms niet beschikbaar en kunnen in dat geval overgeslagen worden. Een pre-start hoeft niet perse aanwezig te zijn.
Als de status naar 'Gestopt' veranderd, zal de 'Start' knop tevoorschijn komen. Zodoende worden stappen die niet aanwezig zijn overgeslagen.